Mei in de Amsterdamse Waterleidingduinen

Al bijna een jaar geleden boekte ik een vogelexcursie bij Arjan Dwarshuis in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Een gebied waar ik al veel over gehoord, gezien en gelezen had, maar zelf was ik er nog nooit geweest. Daar moest verandering in komen, en om dan gelijk wat bij te leren van de man met het wereldrecord vogelsoorten in één jaar (ruim 6500 soorten) was natuurlijk iets dat ik wel eens mee wilde maken. Uiteraard was ik na een ochtendje nog niet klaar en wandelde ik zelf nog een ronde. En een goede week later zou ik toevallig alweer naar hetzelfde gebied afreizen.

Eerste bezoek – 11 mei

Ochtendje vogels kijken (en vooral luisteren)

Vroeg op de ochtend verzamelden we op de parkeerplaats bij de Amsterdamse Waterleidingduinen voor een excursie met Arjan Dwarshuis. Al binnen de eerste paar meters hoorden we een Appelvink en Grauwe Vliegenvanger. Helaas was het nog wat donker en zagen we ze niet super goed. In het meer open gebied was het wat gemakkelijker om vogels ook te zien te krijgen. Zo zagen we onder andere een Slechtvalk, Oeverloper, Boompieper en Boomleeuwerik. Ook vonden we tijdens deze vroege wandeling de eerste Boomvalken en een uitslapend Vosje. Later op de ochtend kwam de zon er steeds meer door, en na de excursie was ik nog zeker niet uitgekeken in het gebied. Met een laatste tip van Arjan voor het zien van een Fluiter ging ik snel weer op pad.

Tweede ronde

Vlug stopte ik wat extra eten en drinken in mijn tas en liep ik terug de duinen in. Er was afgelopen dagen een Fluiter gehoord en gezien, dus die wilde ik nog even proberen te vinden. Al snel werd ik opgehouden door twee mooie Zandhagedissen. Deze mooie hagedis is vooral te vinden op droge struikheideterreinen zoals de Veluwe, en in de duinen. In het voorjaar krijgen de mannetjes de opvallende felgroene kleur op de flanken, een prachtig gezicht is dat. De minder opvallende vrouwtjes kiezen een zonnig, onbegroeid plekje voor het leggen van hun eieren in een kuil van ongeveer 5 tot 10 centimeter diep.

Na wat foto’s van de razendsnelle Zandhagedissen liep ik weer verder. Maar dat schoot wederom niet echt op. Deze keer hoorde ik hetzelfde geluidje dat we vanochtend ook al een tijd achterna zaten zonder succes; het geluid van de Grauwe Vliegenvanger. Deze keer zat deze onopvallende vogel wel mooi in het zicht! Dus daar moest ik even de tijd voor nemen om deze rustig te bekijken en fotograferen. De zang van de Grauwe Vliegenvanger is in vergelijking tot de meeste andere zangvogels een onopvallend fluitje ‘tsiet’.

Grauwe Vliegenvanger

Daarna door naar de Fluiter. Weer onderweg afgeleid door onder andere een mooie Rouwkwikstaart (een Witte Kwikstaart die er net anders uitziet met als beste kenmerk een glanzende gitzwarte rug in plaats van een grijze rug), deze Kwikstaarten broeden vooral in Groot-Brittanië, Ierland en IJsland en zijn zo nu en dan in Nederland te bewonderen.

Ook de vlinders begonnen te ontwaken later op de dag, en zo genoot ik van de Icarusblauwtjes, Hooibeestjes en Kleine Vuurvlinders. Het was maar goed dat ik onderweg voor deze mooie vogels en vlinders stopte, want de Fluiter liet niet van zich horen helaas. Dus liep ik terug richting het gedeelte van de Amsterdamse Waterleidingduinen waar ik de Boomvalken en Vossen gespot had vanochtend in de hoop deze nog eens te zien.

Mijn wens om de Boomvalken en Vossen nog eens beter te zien kwam gelukkig wel uit. Terwijl ik dacht even rustig te pauzeren op een duin kwam er ineens een Vosje tevoorschijn die rustig zijn ding deed, tevergeefs een muis probeerde te vangen en daarna voordat hij doorliep zijn gebied markeerde met een plasje.

Toen ik later doorliep kwam nog een Vos me tegemoet gelopen, wat zijn ze toch prachtig. En dit vrouwtje begon in een struik te turen, draaide wat met haar oren, stak de neus wat verder in de bossen en hap! Beet! zo behendig en snel. Toen zij haar weg na deze snack vervolgde liep ik ook weer verder. En niet lang daarna bofte ik dat een Boomvalk prachtig aan het jagen en eten was vlak boven mijn hoofd.

De Boomvalk is een kleine, wendbare valk met de kenmerkende roodbruine ‘broek’ en spitse vleugels. Een prachtige luchtacrobaat die is gespecialiseerd in het vangen van vliegende prooidieren zoals kleine zangvogels en, in dit geval, libellen. De Boomvalk is slechts van April tot September in Nederland en overwinterd ten zuiden van de Sahara. Het aantal broedparen neemt langzaam af, één mogelijke verklaring (van de velen) kan zijn dat ze oude nesten van Zwarte Kraaien en Eksters gebruiken. Deze kraaiachtigen worden vaak verjaagd omdat men er overlast van ervaart. Libellen worden in de vlucht opgegeten, een erg bijzonder en kunstig gezicht als je het mij vraagt. Libellen zijn in ieder geval in overvloed aanwezig in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Een veelheid aan Viervlek libellen ben ik tegengekomen, maar ook de Glassnijder en Gevlekte Witsnuitlibel heb ik waargenomen.

Na het zien van de Boomvalken tijdens mijn eerdere bezoek trok de lucht snel dicht. Ik was nog geen half uur binnen toen de eerste druppels regen vielen. Ik wist natuurlijk dat ik op korte termijn weer zou wandelen in dit gebied, dus moe en voldaan rustte ik uit van de ruim 20 kilometer die ik deze dag had gewandeld.

Tweede bezoek – 22 mei

Elf dagen later al! Met twee mede-natuurliefhebbers gingen we wederom op zoek naar een Vos, Boomvalk, Zandhagedis en al het andere moois dat we maar tegen zouden komen. En dat stelde zeker niet teleur. Al bij het begin van de wandeling hing een prachtige grote Snoek in het water, wat een indrukwekkend beest! En niet kort daarna vonden we terwijl we wat Argusvlinders fotografeerden nog een indrukwekkend mooi beest; de Zandhagedis. Een felgekleurd mannetje kruiste ons pad. Hij was zo rap dat het behoorlijk lastig was om een goede foto te maken, maar genieten was het zeker. De libellen die we daarna zagen waren een stuk gewilliger voor de foto’s terwijl ze nog wat aan het opwarmen waren. Op de foto zie je een Gewone Oeverlibel. Deze libel komt algemeen en wijdverspreid voor in stilstaande of zwak stromende watertjes in het hele land. Na twee tot drie jaar overleven als larve tussen de modder en plantresten in het water sluipen de libellen van begin mei tot eind augustus uit.

De rest van de dag vonden we nog veel meer mooie watergebonden soorten en tafereeltjes zoals de baltsende Futen, Groene Kikkers en kikkervisjes, jagende juffers, Rugstreeppadden, de larvenhuidjes van Libellen en Boomvalken jagend op verse Libellen. Zo prachtig om een gebied in al zijn facetten van het ecosysteem te kunnen meemaken.

Voor een doelsoort van de dag moesten we wat meer moeite doen dan de vorige keer toen ik het gebied bezocht, maar toch lukte het later op de dag nog. Ineens spotten we een prachtig Vosje dat achter ons langs loopt. Voorzichtig proberen we de Vos wat te benaderen, maar dat voorzichtig was absoluut niet nodig. Zodra hij of zij ons in de gaten had kwam het op ons af gelopen om te inspecteren of we misschien wat te eten bij hadden. Erg leuk natuurlijk om het mooie beestje zo dichtbij te bewonderen, maar jammer en een rare gewaarwording dat het natuurlijke schuwe gedrag hier helemaal weg is bij de Vossen. Uiteraard voeren wij geen “wilde” dieren, dus al snel waren we niet interessant en vervolgde het Vosje zijn weg.

Na nog een paar mooie vlindertjes waaronder het Icarusblauwtje en de Kleine Parelmoervlinder sloten we de warme dag af met een lekker ijsje. We zullen zeker nog eens een bezoekje brengen aan dit leuke soortenrijke gebied.

Eén opmerking over 'Mei in de Amsterdamse Waterleidingduinen'

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: