Het Merkske is een zeldzaam authentiek natuurgebied, het is namelijk een van de weinige plekken waar de oorspronkelijke loop van een beek (het Merkske, een zijtak van de Mark) in ere is gehouden. In het zuiden van Brabant (onder Breda) op de grens met België mocht de natuur in het beekdal grotendeels zijn eigen gang gaan, en ook de plaatselijke boeren lieten het landschap in zijn waarde. Houtsingels, bramenwallen, zandpaden, bloemrijke graslanden en water minnende Elzenbossen zorgen voor een uitstraling van het landschap dat niet van deze eeuw lijkt. Ik maakte er afgelopen maanden twee keer een wandeling in een ander gedeelte, want het gebied is vrij uitgestrekt. Dat was twee keer genieten van prachtige rustige wandelingen met veel vlinders, vogels en mooie doorkijkjes in het coulisselandschap.
Halsche Beemden
Eind juni liep ik een knooppunten route bij de Halsche Beemden (74-75-97-98-73-74). Het was soms nog best even zoeken naar de routepaaltjes tussen de hoge begroeiing, maar uiteindelijk kwam dat gelukkig goed. Er is een fijne wandelfolder voor alle routes in het Merkske. Deze ochtend had ik helaas weinig vogels goed in beeld gekregen, maar de insecten waren in grote hoeveelheden en variaties aanwezig. Pantserjuffers, een rups van de Sint-Jacobsvlinder, een Gewone Oeverlibel, een Pluimvoetbij, een nimf van de Groene Schildwants en de Groene Rietcicade.









Heel soms probeerde de zon even door te komen, en wat later op de ochtend kwamen de vlinders dus ook wat meer tevoorschijn. Op het zandpad zat een Distelvlinder zich op te warmen in de zon. De Distelvlinder is een trekvlinder, ze verspreid zich in de zomer vanuit Zuid-Europa naar het noorden. Eenmaal hier aangekomen brengen ze in de zomer een nieuwe generatie voort, deze vliegen eind van de zomer terug naar Zuid-Europa. In Nederland kunnen Distelvlinders niet overwinteren. Het aantal Distelvlinders dat we zien kan per jaar erg veel verschillen. Een van mijn favoriete vlindergroepen is de Dikkopjes. Vandaag fotografeerde ik het Groot Dikkopje. Deze standvlinder (deze soort trekt niet) komt vrij algemeen voor in ruigtes en natte graslanden op zand- of veengronden. Deze soort is het makkelijkst te herkennen ten opzichte van de andere oranje Dikkopjes zoals het Zwartsprietdikkopje en Kommavlinder aan de haakjes aan de uiteinden van de voelsprieten. Deze haakjes komen alleen voor bij het Groot Dikkopje.



Op sommige velden in het gebied worden er ouderwetse graanakkers ingezaaid, hier stimuleren ze ook de groei van bloemen als Korenbloem en Kamille voor een soortenrijke akker. Hier kunnen veel insecten zoals bijen van profiteren. Na ieder stukje akker, wei of bos is het weer een verrassing wat er achter de tussenliggende houtwal of bossen voor landschap tevoorschijn komt. Dat was een paar uur genieten van slingeren door het landschap, over de beek en over de grens met België en Nederland (want het Merkske volgt voor een groot gedeelte de grens tussen België en Nederland).






De Broskens
Begin juli vertrok ik vroeg op de ochtend voor weer een nieuwe wandeling in het Merkske in deelgebied De Broskens. Het was lekker warm al en windstil. Op de eerste paadjes genoot ik van het nog gouden zonlicht dat door de bladeren heen viel. Pas uitgevlogen Roodborstjes, Zwartkoppen en Tjiftjaffen die in de bomen en struiken zaten, werden goed in de gaten gehouden door de ouders. Waar vorige keer de vogelgeluiden erg schaars waren, werd er nu volop geluid gemaakt. Vooral alarmerende ouders dan, maar toch! En een vogel die wel zijn zang liet horen was een grote wenssoort van deze dag.. maar deze te zien krijgen kostte veel pogingen en geduld.
Sommige jonge vogeltjes kwamen toch even heel nieuwsgierig kijken, waardoor ik snel een enkele op de foto kon vastleggen. Al waren de meesten me toch te rap.
Tijdens die eerste kilometers met schattige kleine vogeltjes hoorde ik al het roepen van een iets grotere vogel in de verte. Natuurlijk hoopte ik heel hard dat ik deze ook nog zou zien. Afgelopen maanden heb ik ze bij de Pannenhoef al af en toe zien overvliegen, maar ze waren me steeds te snel af om ze goed te bekijken en fotograferen. Vandaag had ik heel veel geluk, want er kwam er juist toen ik in een open veld liep een heel rustig overvliegen. De prachtige Wespendief!
Tussen mei en oktober kun je in Nederland deze unieke roofvogel tegenkomen. De Wespendief eet zoals zijn naam verklapt vooral wespen. Ze volgen wespen om hun nest te vinden, want het liefst eten ze de poppen en larven. Buiten het broedseizoen overwinteren Wespendieven in tropisch Afrika, ten zuiden van de Sahara. Qua uiterlijk is hij van een afstand nog wel eens te verwarren met een Buizerd door zijn formaat en kleur, maar de Wespendief heeft een kenmerkende smallere kop en de staart is langer met scherpere hoeken.
Toen ik verder liep door een stuk met wat meer begroeiing zag ik in de verte een klein zoogdier met oranjebruine vacht het pad oversteken. Ik probeerde er voorzichtig in die richting te lopen om te kijken of ik het nog kon zien, maar precies toen kwam ik mijn eerste tegenligger tegen van de dag. Dit bleek een nuttige ontmoeting met een natuurliefhebber die zeer regelmatig in het gebied komt en me dus van alles kon vertellen over waar en wanneer je de beste kans hebt om bepaalde soorten te zien. Ik liep een klein stukje mee terug en kreeg wat tips. Volgend voorjaar kan ik goed voorbereid op zoek naar bijvoorbeeld de Wielewaal.
Maar in mijn hoofd was ik nog bezig met wat ik gezien zou hebben kort voor ik diegene tegenkwam. Ik liep voorzichtig de bocht door waar ik dat diertje had zien oversteken, en ja hoor, wat een geluk! Daar stond vlakbij me in het hoge gras, een kleine Ree. Ik ging rustig laag zitten, en de jonge Ree (op zijn achterlijf zaten nog wat vervagende witte vlekken, ze zijn dan waarschijnlijk tussen de twee en vier maanden oud) keek mij nieuwsgierig aan. Rustig aan liep hij verder terwijl hij nog af en toe omkeek. Toen hij weer van het pad af de hoge begroeiing in liep vervolgde ik ook mijn weg. Ik was tenslotte nog niet eens halverwege de route en het begon al aardig warm te worden.



Ik had tips gekregen voor het zoeken van Grauwe Klauwieren en Boomkikkers, dus daar wilde ik zeker ook nog wat tijd voor uittrekken. Maar het vogelgeluid dat ik al vanaf het begin van de wandeling veel hoorde bleef nu eindelijk zitten. En de Geelgors die het geluid maakte had ik eindelijk eens rustig in beeld. Ze zijn zo mooi! De mannetjes hebben een kenmerkende felgele kop, keel en borst. De vrouwtjes zijn wat valer geel, maar de roodbruine rug is bij zowel het mannetje als vrouwtje altijd kenmerkend. De Geelgors komt voor in kleinschalig en afwisselend boerenland, daardoor komt hij inmiddels nauwelijks meer voor in het westen van Nederland. Plaatselijk (met name in Drenthe) gaat het gelukkig wel goed en nemen de populaties weer toe. Daar staat het landschap er net zoals in het Merkske om bekend dat er veel afwisseling is tussen akkers, houtsingels, braamwallen en bosjes. Ik maakte wat foto’s terwijl hij stug doorzong vanaf zijn zangpost.


En daarna vond ik eindelijk de twee soorten van de tips ook nog. Terwijl ik de boomtoppen afspeurde op Grauwe Klauwieren kwamen ze toevallig van achter me het veld in vliegen. Ik heb ze zeker een half uur rustig kunnen bekijken terwijl ze aan het jagen waren. Grauwe Klauwieren jagen in velden vanaf hun uitkijkposten op grote insecten zoals kevers en bijen en kleine zoogdieren, reptielen en vogels. Zelfs de jongen kwamen in het zicht om eten bedelen bij de hardwerkende ouders. Voor de foto’s zaten ze wat ver weg, maar ik wilde ze uiteraard niet verstoren dus bleef op gepaste afstand.
In de bramenstruik bij een poel zocht ik nog naar de Boomkikker, en ja, ik kreeg er één te zien. Prachtig mooie beestjes waarvan je bijna niet verwacht die in Nederland te vinden. De natuurlijke verspreiding ligt ten oosten van de denkbeeldige lijn Groningen-Apeldoorn-Breda-Middelburg. Rond 1990 was het dieptepunt in aantallen voor de soort bereikt toen de populaties met 80% waren afgenomen, daarna is men de benodigde poelen en het landbeheer gaan herstellen in het belang van de Boomkikkers. Ook zijn op enkele plaatsen in Brabant en Limburg Boomkikkers opnieuw uitgezet in gebieden waar ze vroeger voorkwamen. De laatste jaren neemt het aantal sterk toe. In de duinen in Zuid-Holland en Noord-Holland, en sommige gebieden in Drenthe komen ze inmiddels ook voor door illegale uitzettingen. In juli zijn de meeste jonge gemetamorfoseerde Boomkikkers in de struiken in de omgeving van de poelen te vinden. Deze zien er hetzelfde uit als de volwassenen, maar dan in mini formaat. Later tijdens de wandeling vond ik bij een poel nog meerdere mini Boomkikkers op een Bramenstruik. Die waren nóg lastiger dan het grotere exemplaar dat ik eerder al vond.





Met de warmte zag ik nog flink wat vlinders en libellen; waaronder Bruinrode Heidelibel, Landkaartjes, Oranje Zandoogjes, Gehakkelde Aurelia, Dagpauwoog en Atalanta vlinders. De Roodborsttapuit man hield goed de wacht over zijn territorium terwijl zijn jongen op verkenning waren. En ondertussen werd ik behoorlijk lastig gevallen door Dazen, maar dat had ik graag over voor deze mooie en zeldzaam soortenrijke wandeling. Zeker een gebied om nog vaker te bezoeken!

















Ik heb genoten van je verslag Laurie!
Groet Ankie Dockx
LikeLike
Wat fijn om dat te horen Ankie, Dankjewel!
Groetjes Laurie
LikeLike
Prachtig verslag! Goed geschreven! Ook leuk dat je wat aanvullende info geeft over sommige soorten!👌👌
LikeLike
Dank voor het fijne compliment!
LikeLike