Het broedseizoen is van start. Vanaf maart zie je zeker met het prachtige zachte weer van de afgelopen tijd dat veel vogels volop in de weer zijn. Met partners lokken vanaf de zangposten, met de partnerband versterken met baltsrituelen, met het zoeken en verdedigen van territorium en het bouwen van het nest, en met natuurlijk het leggen van de eerste eieren. En ja, ik heb op vrijdag 11 maart al de eerste twee eieren zien liggen in een nest van een paartje Futen. Ook de Koolmezen in de tuin waren de nestkast druk aan het vullen met nestmateriaal.
Altijd mooi, altijd afwisselend en ook altijd nog verrassend, dus een regelmatig rondje Pannenhoef is altijd een goed idee. Begin maart ging ik vooral om nog even de Klapekster te zien voordat die weer vertrekt naar zijn broedgebied, maar tijdens de wandeling was er ook op de Pannenhoef al heel veel voorjaar te horen en zien. De Vinken doen hun vinkenslag, de spechten waren volop aan het roffelen en roepen en meerdere mezen soorten zag ik druk met het charmeren van een partner of het verzamelen van het eerste nestmateriaal. Én de zomergasten druppelen binnen. De Tjiftjaf, Roodborsttapuit, Boerenzwaluw en Zwartkop zijn weer gehoord en gezien!
Meesjes
De eerste week van maart kwam ik al wat Staartmeesjes tegen die druk waren met het verzamelen van nestmateriaal. Staartmezen maken een prachtig nest van mos, korstmos, spinrag en veertjes dat vaak diep verscholen is in de begroeiing zoals een Bramenstruik.




Ook bij de Kuifmezen werden de beste charmes in de strijd gegooid met het verleiden van een soortgenoot met een lekker hapje. Ook bij vogels gaat liefde door de maag. En het is handig om te weten dat je partner goed is in voedsel verzamelen voor de toekomstige jongen. Kuifmezen broeden het liefst in bossen met voornamelijk naaldbomen, maar hebben wel graag een dode berkenboom om hun nestje in uit te hollen. Van half april tot juli kunnen ze één tot twee legsels bebroeden van gemiddeld vier tot acht eieren. Als Kuifmezen volwassen zijn blijven ze eigenlijk jaarrond in een vast territorium. Wel hebben ze wat te vrezen van Spechten, die eten graag eieren van meesjes. Laten die Spechten nu net ook goed vertegenwoordigd zijn in de Pannenhoef.
Spechten
De bossen in de Pannenhoef zijn erg gevarieerd, en ook oude of dode bomen spelen hier een belangrijke rol in het ecosysteem. Het is een fijne leefomgeving voor de vele spechten die er voorkomen. De vijf spechtensoorten van Nederland zijn in dit gebied allemaal te vinden. De Grote Bonte Specht en Groene Specht zijn het beste vertegenwoordigd, maar de Kleine Bonte Specht en de Zwarte Specht zijn inmiddels ook regelmatig te horen en zien. De Middelste Bonte Specht wordt nog het minst waargenomen. Die is in het Liesbos wat makkelijker te vinden nog.

De Kleine Bonte Specht is mijn persoonlijke favoriet. Ze zijn zo lekker acrobatisch tijdens het zoeken naar insecten aan de dunste twijgjes. Een week geleden kwam ik nog wandelaars tegen in de Pannenhoef die zich verbaasd hadden over een mini specht, totaal verrast hoe klein die was. De Kleine Bonte Specht is namelijk maar zo groot als een Huismus. Je oog moet er maar net op vallen als ze snel in de bomen bewegen. Die manier van bewegen is dan natuurlijk wel weer het meest herkenbare. Het silhouet en de manier van bewegen zijn gewoon overduidelijk zoals bij de andere Spechten. De roffel van de Kleine Bonte Specht is langer en zachter dan die van de Grote Bonte Specht, en de roep is snel, hoog en schel zoals je van een kleine specht zou kunnen verwachten. Op alle onderstaande foto’s zie je een mannetje. De vrouwtjes hebben geen rood petje.



Een andere mooie specht heb ik de afgelopen weken ook regelmatig gezien in de Pannenhoef. Eigenlijk kwam dat vooral omdat ze begin maart erg luidruchtig aanwezig waren. De baltsroep was zeer luid. Dus ik ging rustig op een bankje zitten en wachtte af. En dat geduld werd beloond, want steeds kwam hij of zij even snel voorbij gezet, de indrukwekkende Zwarte Specht.
Uitersten
Het was extreem goed en warm weer. Heerlijk wandelweer natuurlijk. Maar er waren ook wel erg veel dingen al te zien die toch wel veel vroeger wakker waren dan normaal gesproken. De app van waarneming.nl heeft me regelmatig de vraag gesteld of ik wel zeker was van mijn waarneming omdat het zeer onwaarschijnlijk was in deze periode van het jaar.. Maar we zagen toch echt al volop vlinders zoals de Oranjetipjes en Boomblauwtjes die meestal pas vanaf april te zien zijn. Ook de Levendbarende Hagedissen kwamen lekker genieten van de warmte van de zon. Genieten, maar ik was ook wel een beetje bezorgd. En dat bleek terecht. Want de koude periode met sneeuw die nog kwam eind maart kan toch behoorlijk extra energie kosten als je als vogel net al je eerste eieren hebt gelegd. Hopelijk valt het mee en zijn de eerste nesten toch veelal succesvol.




Sommige soorten overwinteraars zijn natuurlijk in maart ook nog steeds te bewonderen, of het nu warm of koud is in Nederland. Zo zag ik nog een laatste keer de Klapekster half maart, en waren er ook nog Sijsjes, Kramsvogels en Koperwieken. De Klapekster gaf een mooi spektakel weg. Terwijl ik rustig in de vogelkijkhut zat, besloot hij te gaan jagen. En met succes. Na een snelle duik naar de grond vloog hij weg met een mooie koudbloedige prooi die waarschijnlijk dacht dat hij veilig kon liggen opwarmen in de zon.
